Home : Nieuws en activiteiten : Activiteiten : Conferentie Check je Werkstress

Conferentie Check je Werkstress

Leontien

Check Je Werkstress Week

datum: 3 november 2014
auteur: Guido van Eijck

Door weer en wind kwamen vandaag meer dan 250 mensen naar de broedplaats B-Amsterdam, dat honderden werkplekken heeft voor creatieve ondernemers. Hier vindt vandaag de aftrap plaats van de Check je Werkstress Week die loopt van 3 tot 6 november. De week wordt georganiseerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Nederlands Focal Point, en maakt deel uit van de landelijke campagne tegen werkstress.

'Op Twitter is de Check Je Werkstress week al trending. Nu de werkvloer nog', zegt dagvoorzitter Marijke Roskam. Maar waar te beginnen? Roskam vraagt het publiek wie van hen werkstress ervaart. Tientallen handen gaan de lucht in. Een man, buschauffeur van beroep, zegt: 'Ik heb te maken met aanbestedingen, meer verkeer op de weg en meer agressie.' Zijn leidinggevende wil echter niet naar klachten luisteren. Een vrouw verderop in de zaal krijgt juist stress van haar eigen bedrijf. 'Ik ben enthousiast en blijf maar doorgaan.' Roskam herkent dat wel. 'Eerlijk zeggen dat je het te druk hebt, dat is moeilijk.'

Agenda
De eerste van de genodigden die het podium beklimt, is Esther de Kleuver, directeur Gezond en Veilig Werken van het ministerie. Ze is blij met de grote opkomst. 'We moeten het onderwerp werkstress op de agenda krijgen.' En dat lukt volgens haar. Bewijs daarvoor vindt ze door heel het land. Neem Tata Steel. 'Dit bedrijf maakt staal en is erg op veiligheid gericht. Nu is daar een mooie campagne tegen stress bijgekomen. Als je bijvoorbeeld slecht slaapt, werk je immers ook niet meer veilig.'
    
Om werkstress bespreekbaar te maken is volgens De Kleuver een cultuur nodig waarbinnen het gewaardeerd wordt als je stress aankaart. 'De oplossing is niet alleen maar minder, maar ook meer: meer autonomie in je werk bijvoorbeeld, of meer sociale steun van collega's en je werkgever.' Kortom, roept zij het publiek op, ga het gesprek aan!

'Fit zijn is het nieuwe rijk'
Aan tafel schuift Arko van Brakel aan. Hij komt praten over het belang van de campagne tegen werkstress, waarvan hij een van de boegbeelden is. Daarnaast is hij columnist en directeur van de Braak, centrum voor leiderschap en ondernemerschap. Ook is hij ervaringsdeskundige op het gebied van werkstress. Al vroeg in zijn carrière kreeg hij een burn-out. Hij was naar eigen zeggen teveel bezig met te voldoen aan het beeld dat anderen van hem hadden. Uiteindelijk was er maar een kleine tegenslag nodig om hem volledig uit het lood te slaan.
    
'Fit zijn is het nieuwe rijk', zegt hij tegen het publiek. Wie gezond is en lekker in zijn vel zit, is langer duurzaam inzetbaar. Leidinggevenden wil hij aansporen nog eens goed na te denken over het DNA van het eigen bedrijf, en over de reden waarom mensen eigenlijk voor hen willen werken. Als voorbeeld neemt hij zijn eigen bedrijf. 'Mijn bedrijf heeft een maatschappelijk DNA. We kunnen daarom niet ineens een heel commercieel bedrijf worden. Mensen krijgen meer plezier in hun werk als die missie goed zichtbaar is.'

Break-out sessies
LeontienIn een razend tempo stoomt de bijeenkomst voort. Het publiek gaat in groepjes verder in verschillende break-out sessies. Zo vertelt Olympisch kampioen wielrennen en boegbeeld van de campagne Leontien van Moorsel op het hoofdpodium over de  invloed van beweging op je gezondheid.
    
In een ander vertrek vertelt Carolien Hamming, algemeen directeur van het CSR Centrum, over de fysieke aspecten van werkstress. Want, meent zij, 'stress is een fysiologische en psychologische reactie op een inspannende, uitdagende of bedreigende situatie.' Zij verwijst naar de 'biodot', een klein stickertje dat alle aanwezigen bij binnenkomst op hun hand geplakt kregen. Bij stress wordt het stipje zwart. Hamming kijkt naar haar eigen hand. 'Mijn stipje is zwart, want ik heb nu stress. Mijn adertjes zijn wat toegeknepen, mijn handen kouder dan normaal.'
    
Het is niet erg om af en toe gespannen te zijn, vervolgt Hamming. De sleutel is een goede afwisseling van inspanning en ontspanning, zodat je voldoende kunt herstellen. 'Topsporters weten dat je het zonder herstel niet volhoudt. Voor mensen op kantoor is dat minder vanzelfsprekend.'
    
Maar wat doe je eraan? Geregeld je batterij opladen, zegt Hamming. Neem na 90 minuten ingespannen werken een minipauze en beweeg voldoende. Met overwerken is niets mis, maar doe het met mate en met plezier. Zet zodra je thuis bent zo snel mogelijk de werkmodes uit door bijvoorbeeld te gaan sporten. 'Loskomen van werk is een van belangrijkste herstelmanieren.'
    
Willem van Rhenen neemt het woord. Hij is bedrijfsarts, ombudsman en hoogleraar aan business universiteit Nyenrode. Hij vraagt het publiek wanneer een stressor eigenlijk een stressor wordt? 'Deadlines geven mij stress', zegt iemand uit het publiek.' Een ander, werkzaam in de bouw: 'Ik krijg stress als er te weinig werk is.'
    
Hier introduceert Van Rhenen het CAR-model: competence (competentie), autonomy (autonomie), relatedness (verbondenheid). 'Een stressor wordt pas een stressor als de resource wegvalt, dan wordt het ineens té', licht Van Rhenen toe. De steun van de leidinggevende is zo'n resource, de leidinggevende zelf, of het thuisfront, zijn voorbeelden van verbindingen die van invloed zijn op het werkplezier. Stel, zegt Van Rhenen, 'de baas zegt "deze stapel werk moet over 30 minuten af, succes ermee". Of hij zegt: "Hoe is het met je? Ik heb een stapel werk, hoe gaan we dat in 30 minuten samen oplossen?" Het is de leidinggevende die van dezelfde stapel papier ineens een stressor maakt.
    
Een tweede aspect wat daarbij komt kijken is bevlogenheid. Waarom zou je bevlogen willen zijn, vraagt Van Rhenen. Bevlogen zijn ambitieus. 'Gestreste mensen hebben geen oog voor hun omgeving en werken niet in teamverband. Bevlogen werknemers houden zich aan teamafspraken en hebben ambitie.'

Business cases
In een andere sessie staan een aantal concrete business cases centraal. Diederik Stoel van ProfitWise vertelt dat hij in opdracht van het ministerie een reeks business cases onderzocht die illustreren wat investeren in werkstress op kan leveren. Zorgverzekeraar Achmea, IT-bedrijf Schuberg Philis en accountantsbureau EY zijn in Amsterdam aanwezig om hun business cases toe te lichten.
    
'Wij denken niet in medewerkers en werkgevers; bij ons is iedereen een collega,' zegt Philip Dries, oprichter en mede-eigenaar van Schuberg Philis. Dat neemt niet weg dat de werkdruk bij het bedrijf hoog is, aangezien zij klanten 100 procent kwaliteit en beschikbaarheid beloven. En dat vraagt veel van de collega's. Iedereen is daarbij verantwoordelijk voor de beloften die zij aan de klanten doen. Dries: 'In tegenstelling tot opgelegde beloftes blijken persoonlijke beloftes vaak gevrijwaard van stress.' Wat Schuberg Philis investeert om stress tegen te gaan? Dat is moeilijk te zeggen, meent Dries. 'Het is ingebakken in ons doen en laten.' Neem het streven om collega's gezond te laten eten. 'Een keer zag ik op kantoor de pizzadozen uit de vuilnisbak puilen. Dat kan echt niet, dacht ik. Nu hebben we een bedrijfsrestaurant met twee koks waar je gezond kunt eten.'
    
Ook EY zet stevig in op de gezondheid van haar werknemers, vertellen Iris Brouwer en Josine Kosman. 'Wij hebben een heel programma van tools, tips en trainingen om stress te voorkomen en te zorgen dat mensen de werkdruk aan kunnen.' Het bedrijf biedt jaarlijks sportactiviteiten aan om werknemers fit en vitaal te houden. Vorig jaar werd daar niet minder dan 211.000 euro in geïnvesteerd. En dat betaalde zich terug: tussen 2009 en 2013 daalde het ziekteverzuim van 3,4 naar 3,1 procent. 'Bedrijven beseffen steeds beter dat gezondheid niet iets is wat je even uitbesteedt', concludeert Diederik Stoel als hij de sessie afrondt.

In andere break-out sessies gaat met aan de slag met de Koerskaart onder begeleiding van Sietse Rauwerdink, aan de slag met de Werkdruk Wegwijzer onder begeleiding van Roos Schelvis en Laudry van der Meer, of in gesprek met managers van Amphia ziekenhuis en Tata Steel over het laten landen van een aanpak tegen werkstress op de werkvloer.




Mindmap Amphia Ziekenhuis en Tata Steel sessie 1   

 

 Mindmap Amphia Ziekenhuis en Tata Steel sessie 2



Terug
Inmiddels is minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gearriveerd, die met een korte terugblik op zijn eigen dag de aandacht van de aanwezigen meteen weer te pakken heeft. Hij was op werkbezoek bij de EHBO van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam, en ontmoette daar twee artsen. 'Zij hebben echt stress!' Al tien jaar is dat ziekenhuis daarom bezig om stress en burn-outs gericht aan te pakken en doet dat onder meer door problemen bespreekbaar te maken en op tijd hulp in te schakelen. Asscher: 'Het was fascinerend om te zien dat een ziekenhuis zo sterk inzet op het gezond houden van de eigen medewerkers.'
    
Daarna gaat minister Asscher in gesprek met wielrenner Leontien van Moorsel en dagvoorzitter Roskam. Van Moorsel vertelt over haar eigen burn-out. 'Ik was succesvol en dus zou je zeggen dat ik lekker in mijn vel zat. Maar ik voelde me de ellendigste en ziekste persoon op aarde. Het was de meest verschrikkelijk periode uit mijn leven.'
    
Roskam legt de minister het verhaal van de buschauffeur voor die eerder aangaf gestrest op zijn stoel te zitten, maar een baas te hebben die niet naar hem luistert. 'Je hebt de verplichting om een goed werkgever te zijn', vindt Asscher. De middelen van de overheid zijn beperkt. 'Werkstress is een probleem dat te persoonlijk en complex is om met een wet op te lossen.' Hij neemt zijn eigen ervaringen als minister als voorbeeld. 'Ik heb moeten leren dat een mailtje van de minister op zichzelf al een stressfactor is. De impact van bazen is groot.' Dat  kan ook positief werken. 'Ik probeer er open over te zijn dat ik soms pas ga werken nadat kinderen naar school zijn en ik laat het weten dat ik om vijf uur naar huis ga. Het gaat er uiteindelijk om of het resultaat goed is.'
    
Tot slot mag de minister de prijzen overhandigen aan de winnaars van de goede praktijken competitie. Daarvoor betreedt Jos de Lange namens het Nederlands Focal Point het podium. Hij maakte deel uit van de zevenkoppige jury die uit 24 inzendingen en 10 genomineerden 2 winnaars moest kiezen. 'Het valt op dat het onderwerp heel erg speelt', zegt de Lange. In de categorie bedrijven tot 100 werknemers, wint het Stadion als Spiegel-model van maaltijdenbedrijf Food Connect, volgens de jury 'een voorbeeld voor andere bedrijven die voor zelfde uitdaging staan om binnen groeiende organisatie oog te blijven houden voor werknemers.' Schuberg Philis wint in de categorie bedrijven met meer dan 100 werknemers. 'Met werken in hechte en zelfstandige teams bewijst het bedrijf hoe je werkstress kan voorkomen door aandacht te besteden aan de bedrijfscultuur', aldus de jury.
    
Ook het publiek mocht stemmen, via Facebook en tijdens het congres met papieren stembiljetten. De publieksprijs gaat naar de werkvoorziening voor uitvoerders in de bouw die kennisinstituut Arbouw ontwikkelde. Jan Warning van Arbouw: 'Uitvoerders zijn stoere mannen die grote gebouwen maken waar enorme bedragen bij komen kijken. Ze beginnen om 6 uur. Soms wordt het teveel. De kunst is om voor dat moment in te grijpen.'


De tien genomineerde goede praktijken zijn terug te vinden in het tijdschrift Goede Praktijken: van werkstress naar werkplezier.

Magazine Dutch Good Practices is also available in English (pdf-9MB).

Sfeerimpressie
van de dag